De zomer van 2018 was de warmste zomer sinds jaren. Dat had zijn weerslag op vele sectoren in ons land. De wijnboeren wreven in hun handen, dit jaar geeft de beste druivenoogst sinds het begin van de teelt in Nederland. Vele landbouwboeren zaten te
smachten om water. De molenaars draaiden in eerste instantie gewoon door. Later in de zomer kregen vele molens te maken met krimpend hout. Het hout in de molens was door de droge, lange hete zomer meer gekrompen dan normaal. Hierdoor zijn veel wiggen los komen
te zitten. Wiggen vind je bij de roeden, heklatten, molenwielen e.d. Je kunt hiermee de roeden en heklatten vastzetten en de wielen op de assen vast en gecentreerd houden. Molen de Zwaluw te Oudemolen had ook losse wiggen . Een week voor de Nationale Monumentendag
werd geconstateerd dat er teveel wiggen los zaten. Het was niet meer verantwoord om de molen te laten draaien. Er kon schade ontstaan aan het gaandewerk. De molen moest tijdens Monumentendag noodgedwongen stil blijven staan. Voor bezoekers was de molen gewoon
open. Het stilstaan had ook weer een leuke bijkomstigheid. De bezoekers konden nu de kapzolder bezoeken. Normaal is die niet toegankelijk tijdens het in bedrijf zijn van de molen. Vele bezoekers hebben gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. Ze keken hun ogen
uit, vertelde molenaar Dirk Tijseling.
Molenbouwer Doornbosch uit Aadorp had de week na Monumentendag tijd om onze molen onderhanden te nemen.
Zit er één wig los, kan die door de molenaar weer vast geslagen worden. Als een wig weggevallen
is, is het zaak deze zo snel mogelijk weer terug te plaatsen. Bij het aanslaan van de wig, merk je aan de veranderende klank dat de wig weer vastzit. Hierna kunnen de wouterlatjes en de borgspijkers weer onder de wiggen worden geplaatst.
Het plaatsen
en aanslaan van de wiggen is werk voor de molenbouwer. Doe je het namelijk verkeerd, kan er schade ontstaan aan het gaandewerk.
Bij de Zwaluw waren er meerdere wiggen losgeraakt, zodat het een klus werd voor de molenbouwer.
Het eerste wat de molenbouwer
deed was het bovenwiel controleren. De vele oude wiggen die los zaten, konden niet meer worden vastgeslagen. Daarvoor was geen ruimte meer. Er moesten nieuwe wiggen worden gemaakt. Een voor een werden de oude wiggen vervangen door nieuwe. De nieuwen werden
net zo geplaatst als de ouden vastzaten. Om en om werden de wiggen vastgeslagen. Op deze manier heb je kans dat het bovenwiel goed op z’n plaats blijft zitten. Om te zien of dat zo is, wordt de centrering, oftewel het sporen, van het bovenwiel gecontroleerd.
Dat gaat als volgt:
Boven op de langespruit, aan de kant van de pal, wordt een plankje met een lijmtang vastgezet. Het bovenwiel moet nog vrij rond kunnen draaien. Het gevlucht wordt zo neergezet, dat de roede voor de borst staat.
Op de kruisarmen
van het bovenwiel worden op de vier zijden, vier unieke kenmerken getekend. De molenbouwer heeft met een krijt O en dubbel O voor de ene roede, en X dubbel X voor de andere roede getekend.
Een duimstok wordt tegen de buitenkant van het bovenwiel over
het plankje gelegd. Hierlangs tekent de molenbouwer een streep. Nu zet hij zijn duimstok tegen de voorkant van het bovenwiel aan en meet een afstand van b.v. 20 cm af. Hij zet op de lijn een dwarsstreepje bij de 20 cm. Tevens noteert hij bij welk merkteken
van de kruisarm dit hoort. Nu gaat de molenbouwer naar de begane grond en draait het gevlucht één end verder.
Weer zet hij zijn duimstok tegen de buitenkant van het bovenwiel over het plankje en tekent een streep. Met de duimstok tegen
het bovenwiel aan meet hij weer 20 cm af en zet een dwarsstreepje op de lijn. Hier zet hij ook weer het merkteken van de kruisarm neer. Op deze manier gaat hij alle enden bij langs.
Zit het bovenwiel 100 % goed gewigd, dan komen de lijnen en streepjes
alle vier over elkaar heen te liggen. Echter zal dit nooit het geval zijn.
Aan de hand van de lijnen met streepjes kan de molenbouwer zien welke wiggen gelost moeten worden en welke aangeslagen. Hoeveel dit moet gebeuren is afhankelijk hoeveel de lijnen
van elkaar afliggen. De praktijkervaring van de molenbouwer komt nu om de hoek kijken.
Heeft hij de wiggen weer vastgezet, dan moet hij het gehele ritueel weer van voren af aan uitvoeren. En daarna misschien nog vele keren. Net zo lang tot de afwijkingen
het kleinst zijn, waardoor het wiel het best gecentreerd is. Het centreren is een zeer tijdrovende bezigheid.
Voor de molenaar is het zaak om na een lange droge zomer het sporen van de wielen te controleren. Zeker nadat een aantal keren een wig is vastgeslagen.
Met de plankjes methode, kan de molenaar snel zien of het tijd wordt om de molenbouwer in te schakelen.